Energienetbeheer Fluvius Limburg 2019

Het juiste licht op de juiste plaats

Een goede verlichting van straten en pleinen verhoogt het comfort en de veiligheid van inwoners en bezoekers. Fluvius ondersteunt alle steden en gemeenten in Vlaanderen actief om hun verlichtingsparken doelgerichter, energiezuiniger en duurzamer te maken.

Samen met de lokale besturen, en ondersteund door sleutelpartners zoals VVSG en Agoria, gaat Fluvius alle lichtpunten in Vlaanderen tegen 2030 ombouwen naar led. Via die investering kunnen alle steden en gemeenten samen jaarlijks 54 miljoen euro besparen op energieverbruik en 44 000 ton aan CO2.

Lokale besturen kiezen zelf flexibel wat ze willen verlichten, welk investeringsplan ze hiervoor opmaken en hoe ze dat het best financieren. Bovendien biedt de ombouw ook meer mogelijkheden om beter in te spelen op de razendsnelle evoluties in interactieve verlichtingstechnologie en een opstap naar ‘slimme steden’.  Nieuwe technologieën liggen binnen het bereik van de plaatselijke besturen: afstandsbediening van openbare verlichting, multifunctionele palen voor openbare verlichting, ‘follow-on’ lichttechnieken, enz. 

Het vernieuwde aanbod openbare verlichting, van ontwerp tot concrete uitvoering, ondersteunt de lokale besturen maximaal vanuit technisch en financieel oogpunt onder het motto ‘licht als een dienst’. Via een gemeenteraadsbeslissing kunnen de lokale besturen hun installaties openbare verlichting inbrengen in de netbeheerder. Per einde 2019 hebben 244 gemeenten in Vlaanderen hiervoor gekozen, waaronder 43 voor Fluvius Limburg. De praktische afspraken worden vastgelegd in een operationele overeenkomst. 

Internet of Energy – IoE

Op 24 juni 2019 gingen 60 projectpartners van start met 8 proefprojecten om het energiesyteem van de toekomst vorm te geven. Doel is ideeën en hypothesen over energietransitie te ontwikkelen tot werkbare producten of diensten, met als uitgangspunt de behoeften van de klant.

Fluvius Limburg werkt via Fluvius mee aan vijf van die proefprojecten, samen met bedrijven, overheidsorganisaties en academische instellingen. Die werkten nieuwe ideeën en hypothesen uit om de verbruiker een centrale rol te geven in het energielandschap van morgen. Op termijn kunnen één of meerdere hiervan uitgroeien tot commerciële producten of diensten die het energielandschap grondig kunnen veranderen. 

IoE is een gezamenlijk project van de Belgische netbeheerders Elia, Fluvius, ORES, RESA en Sibelga. Meer info op www.ioenergy.eu.

Oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen

Fluvius faciliteert, in opdracht van de DNB’s, de plaatsing van oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen en dit in het kader van de Vlaamse openbaredienstverplichting. Het programma, Clean Power for Transport (CPT), loopt van 2016 tot 2020 en omvat de installatie van 2 500 dergelijke laadpalen (5 000 oplaadpunten) in Vlaanderen. De uitvoering hiervan verloopt volgens plan. Daarnaast worden ook nog laadpalen geplaatst volgens het principe ‘paal volgt wagen’, waarbij gebruikers van een 100% elektrisch voertuig die thuis geen oplaadmogelijkheden hebben, de plaatsing van een publiek toegankelijke laadpaal in hun woonomgeving kunnen aanvragen.

Aardgasfondsen

Zowel ex-Eandis als ex-Infrax hadden de beschikking over aardgasfondsen die ingezet kunnen worden om een duurzaam en efficiënt energieverbruik te stimuleren. Zowel binnen ex-Eandis als binnen ex-Infrax werden de beschikbare budgetten, die in principe per DNB bepaald worden, voor de ganse werkmaatschappij gesolidariseerd zodat de beoogde doelgroepen van de diverse acties voor de ganse werkmaatschappij op het totale budget beroep konden doen. In maart 2019 werd beslist om deze solidarisering van de fondsen door te trekken op niveau van Fluvius en tegelijkertijd de acties volledig te stroomlijnen.

De beschikbare budgetten voor 2019 uit het Gas Efficiency Fund bedragen ca. 1.035.000 euro en  voor het (in de tijd uitdovend) VEA-fonds 592.000 euro. De middelen worden voor het GEF-fonds ingezet voor omschakelpremies stookolie naar aardgas voor niet-gemeentelijke scholen, RVT’s en landbouw. Voor het VEA-fonds gaat het over besteding zoals de ondersteuning van de burenpremie en het energiearmoedeplan, ESCO- en EDLB-projecten en software-aanpassingen voor enkele REG-taken.

De vroegere ex-Infrax-premies voor CNG-voertuigen en afregeling HVAC voor lokale besturen doven door deze nieuwe regeling uit. De ex-Infrax-premie voor studiekosten stookplaatsen lokale besturen wordt verruimd tot de premie onder besteding van de VEA-middelen. 

Conversie laag- naar hoogcalorisch aardgas

De Nederlandse overheid zal de uitvoer van L-gas vanaf 2024 verminderen en beëindigen in 2030. Dat noodzaakt aanpassingen om die klanten te bevoorraden van rijk aardgas. In Vlaanderen gaat het over iets meer dan 1 miljoen klanten. Die situeren zich hoofdzakelijk in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg. De distributiemaatschappijen moeten 414 000 drukregelaars aan de gasmeter bij de klanten vervangen en voor 616 000 klanten is een drukaanpassing in de distributiecabines noodzakelijk. De ombouw is gespreid over een periode van 10 jaar.

Ook de klant moet zorgen voor een nazicht van zijn installaties, bijvoorbeeld naar aanleiding van het tweejaarlijkse onderhoud. In samenwerking met de federale overheid worden de betrokken klanten stap voor stap tijdig geïnformeerd. Meer info op www.gasverandert.be.

Warmtenetten waar het kan

Warmteprojecten kunnen in sommige gevallen een alternatief vormen voor de traditionele gasverwarming. Daarvoor moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn, onder meer inzake de permanente beschikbaarheid van een warmtebron en voldoende afnamecapaciteit binnen een redelijke afstand van de warmtebron. Voor elk potentieel warmteproject wordt bovendien een financieel plan en een scenario-analyse uitgewerkt.
 
In het nabije verleden is Fluvius reeds actief betrokken bij een aantal veelbelovende warmteprojecten. Deze beleidslijn werd ook in 2019 aangehouden: Fluvius Limburg blijft op initiatie of opdracht van de voor warmte aangesloten gemeenten meewerken aan mogelijkheden om deze ecologisch verantwoorde toepassing verder uit te bouwen. Samenwerking met derde partijen staat daarbij centraal.