Code goed bestuur

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 legt in het artikel 434 paragraaf 5 op dat de Algemene Vergadering van een opdrachthoudende vereniging een Code van goed bestuur dient vast te leggen die van toepassing is op de leden van de Raad van Bestuur. Deze Code vormt de neerslag van de verwachtingen en eisen die de deelnemers stellen aan de bestuurders van de opdrachthoudende vereniging, legt duidelijke afspraken vast en licht de taken en verantwoordelijkheden van de leden van de Raad van Bestuur toe.

Deze Code van goed bestuur werd goedgekeurd door de Algemene vergadering in buitengewone zitting van:

  • Infrax West (vanaf 1/1/2020 Fluvius West) op 9 december 2019
  • Fluvius Limburg op 10 december 2019
  • Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 10 december 2019
  • Imewo op 11 december 2019
  • Gaselwest op 12 december 2019
  • Iveka op 13 december 2019
  • Intergem op 16 december 2019
  • Iverlek op 17 december 2019
  • Sibelgas en I.B.E.G. op 17 december 2019
  • Riobra op 18 december 2019
  • Fluvius Antwerpen op 19 december 2019
  • PBE op 20 december 2019

 

  1. De bestuurder acht zich voldoende bekwaam om de vereniging mee te besturen en stelt daarnaast specifieke competenties ten dienste van de werking van de vereniging.
     
  2. De bestuurder is zich goed bewust van de taken die hij als bestuurder moet opnemen tijdens de uitoefening van zijn mandaat. De bestuurder neemt daarbij de taken, die hij in zijn hoedanigheid van bestuurder moet vervullen en deze die de Raad van Bestuur moet vervullen, ter harte.
     
  3. De bestuurder informeert zich grondig wanneer hij een mandaat wenst op te nemen en zorgt ervoor dat hij kennis verwerft over de vereniging, haar missie en waarden, activiteiten, statuten en ondernemingsplan, aandeelhouders en alle andere belangrijke stakeholders.
    Hij zorgt ervoor dat zijn kennis en competenties met betrekking tot deze elementen, up to date blijven.
     
  4. De bestuurder is bereid voldoende tijd te besteden aan de voorbereiding van de vergaderingen. Hij bestudeert de agenda en de documenten die ter beschikking worden gesteld voor, tijdens en na de vergadering van de Raad van Bestuur.
    Hij geeft tijdig zijn opmerkingen aan de voorzitter over het ontwerp van de notulen dat hij heeft ontvangen, dan wel over enig ander document.
     
  5. De bestuurder zorgt ervoor voldoende beschikbaar en aanwezig te kunnen zijn op de vergaderingen.
     
  6. De bestuurder neemt actief en op een positieve manier deel aan de werking van de Raad van Bestuur en draagt daarbij collegialiteit en dialoog hoog in het vaandel. Hij draagt bij tot de ontwikkeling en de verbetering van de dynamiek van de Raad van Bestuur.
     
  7. De bestuurder gedraagt zich ethisch en integer conform de algemene governance codes en de praktijken/gebruiken van de vereniging en naar de goedgekeurde missie en visie.
     
  8. De bestuurder behartigt de belangen van de vereniging, vanuit een langetermijnvisie en met het oog op continuïteit. Hij oefent zijn mandaat uit in het belang van de vereniging en heeft bijzondere aandacht voor het bevorderen van de uitbouw en de reputatie van de vereniging.
     
  9. De bestuurder interesseert zich voor de belangrijkste gegevens van een dossier of van een situatie die bepalend is voor de vereniging met een wil om bij te dragen aan de prestaties en aan de continue en evenwichtige ontwikkeling van de vereniging.
     
  10. De bestuurder streeft naar een gelijkwaardige behandeling van alle aandeelhouders zonder onderscheid en ziet erop toe dat de rechtmatige belangen van andere belanghebbenden gerespecteerd worden.
     
  11. De bestuurder is zich bewust van het maatschappelijk belang en het publieke karakter van de opdrachthoudende vereniging.
     
  12. De bestuurder handelt eerlijk en in goed vertrouwen in het belang van de vereniging en laat bij de besluitvorming geen persoonlijke motieven, vooroordelen of belangenconflicten spelen en laat geen belangen, die enkel voor de eigen deelnemer die hij of zij vertegenwoordigt gelden, primeren.
    Hij streeft steeds naar een onafhankelijke opstelling ten aanzien van alle stakeholders.
     
  13. De bestuurder gaat in alle omstandigheden discreet en confidentieel om met de informatie die hij vanuit zijn mandaat verkrijgt. Dit geldt tijdens en na de beëindiging van het mandaat.
     
  14. De bestuurder respecteert de wettelijke bepalingen, van toepassing op de vereniging en op zijn mandaat als bestuurder, alsook de in de Raad van Bestuur of Algemene Vergadering vastgelegde afspraken.
    Hij is zich bewust van de mogelijke risico’s van de vereniging en is op de hoogte van het aspect bestuurdersaansprakelijkheid.
     
  15. De bestuurder heeft kennis van de regelgeving betreffende de openbaarheid van bestuur, de regelgeving betreffende privacy en het privacybeleid van de vereniging.
    Hij waarborgt, rekening houdende met vermelde regelgeving, een volledige transparantie ten opzichte van alle betrokken stakeholders voor wat betreft informatieverstrekking, uitvoering en het nakomen van afspraken.
     
  16. De bestuurder ziet toe op de kwaliteit van de werking van de Raad van Bestuur en aanvaardt dat de werking ervan en zijn eigen bijdrage geëvalueerd kan worden.
     
  17. De bestuurder koppelt terug aan de deelnemer die hij vertegenwoordigt.