Marktwerking en beleid Gaselwest 2023

Distributienettarieven

Tariefmethodologie

De tariefmethodologie berekent het toegelaten inkomen voor de activiteiten aardgas- en elektriciteitsdistributie van de distributienetbeheerders op basis van het verleden. Bij een acceleratie van de kosten loopt het toegelaten inkomen achter op de werkelijke kosten en worden de distributienetbeheerders geconfronteerd met tekorten op het inkomen die de winst drukken, tot de hogere kosten worden meegenomen bij een volgende trendberekening (de volgende tarifaire periode gaat in vanaf 2025).

De tariefmethodologie in 2021 voorzag de mogelijkheid het endogeen inkomen te verhogen met voorschotten. De endogene kosten zijn kosten van activiteiten eigen aan de werking van Fluvius (zoals exploitatiekosten, afschrijvingen, financieringskosten, …) en worden als beheersbaar aanzien. Fluvius moet zorgen dat deze activiteiten kunnen worden betaald met het door de VREG toegelaten inkomen. De VREG bepaalt de voorschotten per jaar.

Sinds de tariefmethodologie 2021-2024 krijgen de distributienetbeheerders minder middelen. Om een negatief financieel effect op lange termijn te vermijden, werkte Fluvius in 2021 een aantal mitigerende maatregelen uit die door alle Vlaamse distributienetbeheerders werden goedgekeurd. Alle netbeheerders binnen de Fluvius-groep, waaronder Gaselwest, hebben in oktober 2022 beslist om gezamenlijk 119 miljoen euro aan financiële reserves in te zetten om de impact van de hoge inflatie op de distributienettarieven voor 2023 onder controle te houden. Zo werden in 2023 geen nieuwe voorschotten op het toegelaten inkomen gevraagd en werden eerder bekomen voorschotten vervroegd terugbetaald. Een belangrijk signaal aan de financiële wereld, investeerders, banken en ratingbureaus dat Fluvius bereid is (moeilijke) beslissingen te nemen om de financiële gezondheid te vrijwaren.

Tarieven 2023

Een gezin met een tweevoudige digitale meter, een elektriciteitsverbruik van 3.500 kWh per jaar en een gemiddelde maandpiek van 4,26 kW betaalde met de nettarieven 2023 gemiddeld 337 euro (incl. btw) nettarief in 2023. Dat is 11 euro of 3% meer dan in 2022. Een gezin met een aardgasverbruik van 17.000 kWh per jaar betaalde in 2023 gemiddeld 227 euro (incl. btw). Dat is 21 euro of 10% meer dan in 2022. Dankzij de inspanningen van Fluvius op het vlak van het beheersen van de nettarieven zijn die de voorbije vijf jaar gemiddeld sterk gedaald.

Net als elk jaar is de concrete situatie per distributienetbeheerder verschillend. De verschillen onderling tussen netbeheerders zijn in 2023 evenwel minder groot dan voordien.

Met betrekking tot de elektriciteitstarieven voor een gemiddeld gezin bij distributienetbeheerder Gaselwest blijkt dat de jaarlijkse netkosten voor een digitale-meterklant in 2023 met 23 euro gestegen zijn t.o.v. 2022 en voor een klassieke-meterklant met 24 euro t.o.v. 2022.
Voor de aardgastarieven noteren we voor een gemiddeld gezin een stijging van de jaarlijkse netkosten in 2023 met 16 euro t.o.v. 2022 en voor een industriële klant een stijging van de jaarlijkse netkosten in 2023 met 109 euro t.o.v. 2022.

Capaciteitstarief

Sinds 1 januari 2023 worden de nettarieven voor elektriciteit anders aangerekend, via het capaciteitstarief. Een deel van de netvergoeding wordt niet meer berekend op enkel de afgenomen kilowattuur per jaar, maar grotendeels op basis van hoe zwaar je het net belast. Dat gebeurt via het gemiddelde hoogste maandelijks kwartiervermogen, zeg maar de ‘pieken’ die een klant afneemt. Dat noemen we het capaciteitstarief.

Ook voor klanten die nog geen digitale meter hebben (de klassieke meter kan geen piekbelastingen meten) verandert de berekening voor de netvergoeding aan de hand van een forfaitair bepaald vermogen.

Grote bedrijven betalen al langer een deel van hun nettarieven voor elektriciteit met een capaciteitstarief. Ze moeten voortaan vooraf een inschatting maken van hun hoogste piekvermogen.

Tarieven 2024

Een gezin met een tweevoudige digitale meter, een elektriciteitsverbruik van 3.500 kWh per jaar en een gemiddelde maandpiek van 4,26 kW betaalt gemiddeld 364 euro (inclusief btw) aan nettarieven in 2024. Dat is 27 euro of 8% meer dan in 2023. Een gezin met een aardgasverbruik van 17.000 kWh per jaar betaalt in 2024 gemiddeld 245 euro (inclusief btw). Dat is 18 euro of 8% meer dan in 2023.

De stijging ten opzichte van vorig jaar komt voornamelijk door de inflatie en doordat de maatregelen om de energiefactuur te drukken in 2022 en 2023  doorwerken in 2024 (ook in 2024 worden geen voorschotten op het toegelaten inkomen gevraagd). De nettarieven voor elektriciteit liggen wel nog steeds aanzienlijk lager dan in de periode voor 2022. (Bron: VREG)

Grafiek met de nettarieven elektriciteit en aardgas tussen 2017 en 2024

Werkmaatschappij Fluvius

Eén bedrijf – integratiewerkzaamheden afgerond

Bij de oprichting van Fluvius System Operator werd een synergieplan gelanceerd onder de naam "Fluvia". Dit plan moest leiden tot belangrijke efficiëntiewinsten en kostenreducties op niveau van de werkmaatschappij en de opdrachthoudende verenigingen. De vooropgestelde einddatum was 31 december 2022 met drie concrete doelstellingen: het creëren van één geüniformiseerde Fluvius-organisatie (processen, werking, organisatiestructuur, …) met een gemeenschappelijke Fluvius-cultuur, het realiseren van de ICT-transformatie, en als gevolg daarvan het realiseren van recurrente synergiebesparingen van minimaal 120 miljoen euro tegen 31 december 2024. Deze doelstellingen werden grotendeels gerealiseerd en de synergiebesparingen zijn een feit, waardoor het synergieplan on track blijft richting de einddatum. Op 31 december 2022 werd het integratieproject succesvol afgesloten. Enkele resterende werkzaamheden worden verder opgenomen onder het Programma HST (hogesnelheidstransitie). De afronding van de integratie zal resulteren in de realisatie van de door de VREG verwachte jaarlijkse besparing van 150 miljoen euro tegen einde 2024.

Great Place to Work

Bij Fluvius kiezen we er bewust voor om een ‘Great Place to Work’ te willen zijn voor al onze medewerkers. Dit past in onze strategie Focus 2025: we willen onze klanten en medewerkers centraal stellen. Door middel van de jaarlijkse Great Place to Work-bevraging willen we van onze medewerkers vernemen hoe zij het wérkelijk ervaren om hier te werken. De bevragingsresultaten vertellen ons op een objectieve manier waar we tevreden of zelfs heel tevreden over zijn.

In 2023 behaalden we het internationaal erkende Great Place to Work-certificaat op basis van een medewerkersbevraging die door een recordaantal Fluviussers werd ingevuld. In deze medewerkersbevraging werd gepeild naar de mate waarin medewerkers het management vertrouwen, in hoeverre ze trots zijn op wat ze zelf doen, wat het bedrijf betekent voor de maatschappij en in welke mate ze ook onderling plezier maken en mekaar als vrienden beschouwen.

87% van de Fluviussers vulden de bevraging in, wat ervoor zorgt dat de resultaten bijzonder representatief zijn. Zij gaven ons een eindscore van 74% (ten opzichte van 66% in 2022). Bijna 9 op 10 Fluviussers vat bovendien samen dat ze Fluvius écht een hele goede organisatie vinden om voor te werken en dat ze Fluvius aan anderen zouden aanraden als werkgever.

Wettelijke rapportering rond duurzaamheid

In 2023 heeft Fluvius een eerste analyse (DMA) uitgevoerd in navolging van de nieuwe CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), de nieuwe Europese richtlijn over duurzaamheidsrapportering. Deze nieuwe richtlijn verplicht de 50.000 grootste bedrijven in Europa om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Ze staat centraal in de Green Deal van de Europese Unie en moet zorgen voor meer transparante en betere duurzaamheidsinformatie.

Concreet heeft Fluvius onderzocht welke impact de organisatie heeft op het milieu en de maatschappij. Daarnaast is geanalyseerd welke de mogelijke financiële gevolgen zijn die kunnen ontstaan voor de organisatie ten gevolge van een duurzaamheidsthema. 
Volgens deze beide perspectieven werden enerzijds impacten en anderzijds risico’s en opportuniteiten in kaart gebracht om de materialiteit van het thema te onderbouwen.

Samengevat leert de analyse wat belanghebbenden van Fluvius als belangrijk beschouwen. Zij geeft een diepgaand inzicht in de impacten, risico's en opportuniteiten (IRO’s) van en voor Fluvius. Deze analyse laat ook toe een strategische en toekomstgerichte aanpak uit te werken om duurzaamheid binnen Fluvius verder vorm te geven en zo de verschillende impacten, risico’s en opportuniteiten IRO’s te beheren.

Visie op energienetbeheer van de toekomst

De energietransitie en klimaatdoelstellingen vormen zowel wetenschappelijk als politiek, maar zeker ook maatschappelijk, technisch en economisch een belangrijke uitdaging voor de toekomst. Twee jaar geleden formuleerde Fluvius een ‘Visie netbeheer energie 2050’, die hierop passend inspeelt. Samen met alle betrokken stakeholders volgt Fluvius de ontwikkelingen op de voet en overlegt het om zijn noodzakelijke bijdrage aan de realisatie van de energietransitie in te passen in een globale en efficiënte aanpak.

De basis is onder meer terug te vinden in het Vlaamse Energie- en Klimaatplan waarop Fluvius zijn energievisie van de toekomst aanpast en de acties zal moeten versnellen in het kader van de elektrificatie die hiervan het gevolg zal zijn (onder andere ten behoeve van elektrische voertuigen en warmtepompen).

Investeringsplan 2024-2033

Onze samenleving bouwt het gebruik van fossiele brandstoffen af om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Dat betekent een transitie naar een nieuwe energiemix waarin vooral elektriciteit een steeds belangrijker rol speelt. Maar wat betekent dat voor onze energienetten? En welke financiële inspanningen vraagt dat? Sinds 2022 maakt Fluvius een voortschrijdend 10-jarig investeringsplan voor elektriciteit en aardgas. Dit plan wordt telkens publiek geconsulteerd. Het eerste plan voor de periode 2023-2032 werd op 31 maart 2023 door de energieregulator VREG goedgekeurd. Op 7 juni 2023 stelde Fluvius zijn geactualiseerde investeringsplan voor de periode 2024-2033 voor. Voor alle duidelijkheid: dit plan komt bovenop de geplande en begrote reguliere investeringen van de distributienetbeheerders.

Investeringsplan in lijn met beleidsbeslissingen

Het investeringsplan vertrekt vanuit de recentste beleidsbeslissingen m.b.t. de energietransitie: de Europese initiatieven Green Deal, Fit for 55 en REPowerEU, de federale beslissingen rond fiscaliteit m.b.t. elektrische bedrijfswagens vanaf 2026 en de ambities rond mobiliteit en verwarming in de recentste versie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan van de Vlaamse Overheid.

Uitgangspunten Investeringsplan 2024-2033

De belangrijkste aannames in het geactualiseerde Investeringsplan 2024-2033 zijn:

  • Een jaarlijkse groei van 1,5% in elektrische voertuigen op de Vlaamse markt en volledige elektrificatie (3,85 miljoen auto's) tegen 2050; volledige elektrificatie van het openbaar busvervoer tegen 2035 en geleidelijk aan meer elektrisch vrachtvervoer;
  • Een toenemend gebruik van restwarmte door stadsverwarmingsnetten; elektrificatie voor het verwarmen van nieuwe gebouwen en grondig gerenoveerde gebouwen met behulp van elektrische warmtepompen;
  • Een versnelde groei van zonne- en windenergie;
  • Een toename van het elektriciteitsverbruik en van de piekvraag in de industrie: het elektriciteitsverbruik op distributieniveau zou groeien van 32 TWh naar ongeveer 50 TWh in 2035.

Stijgende elektrificatie

Wegens de stijgende elektrificatie (mobiliteit en verwarming), zal ook het elektriciteitsverbruik stijgen. Fluvius heeft meerdere scenario’s (met verwachte aantallen rond mobiliteit, industrie, verwarming, zonnepanelen en windturbines) op het huidige elektriciteitsnet gesimuleerd en stelt dat er voor de komende tien jaar een extra investering nodig is. Vandaar dat Fluvius voor elektriciteit een ‘no regret’-actieplan in het Investeringsplan opnam. Dat betekent dat het is ontworpen om met voldoende snelheid te worden geïmplementeerd om niet in congestieproblemen te komen en de toegenomen elektrificatie tegen 2050 niet te onderschatten. Het is van vitaal belang om enkele belangrijke onderliggende mitigerende maatregelen aan te wijzen: de uitrol van digitale meters in combinatie met het capaciteitstarief, maar ook netflexibiliteit om piekbelastingen op de netten te beperken.
Dit ‘no-regret’-actieplan blijft bij de update voor de periode 2024-2033 aangehouden, om alle verwachte veranderingen in de komende 10 jaar op te vangen. Mocht de transitie toch trager verlopen dan vandaag ingeschat, dan betekent dit ‘no regret’-plan geen overinvestering: we zitten dan gewoon iets voor op schema m.b.t. de uitdagingen van de verdere energietransitie.

Daling investeringen aardgas

Een ander plan is er voor het aardgasnet: ‘keep it running’. Het distributienet voor aardgas zal, als gevolg van eerdere beleidsbeslissingen, het komende decennium amper tot niet meer uitbreiden. Het is wel belangrijk dat gebruikers van het aardgasnet steeds op een veilig en betrouwbaar net kunnen blijven rekenen. Investeringen voor onderhoud en veilige exploitatie van het aardgasnetwerk blijven doorlopen. De projecten rond de uitrol van de digitale aardgasmeters en de conversie van arm naar rijk aardgas worden ook afgewerkt. Fluvius voorziet tenslotte middelen voor proefprojecten rond groene gassen (biomethaan, groene waterstof) en power-to-gas. Opvallende update dit jaar in het Investeringsplan: het jaarlijks investeringsbudget voor aardgas zal tegen 2030 dalen tot 67 miljoen euro per jaar i.p.v. de eerder ingeschatte 88 miljoen euro per jaar.

Investeringen voor realisatie energietransitie

Het Investeringsplan om de energietransitie op te vangen vertegenwoordigt 4 miljard euro aan extra investeringen, bovenop de eerder al geplande 7 miljard euro aan reguliere investeringen. De 4 miljard euro extra voor de energietransitie betekent een stijging van de werkingsmiddelen voor Fluvius met bijna 10 procent tegen 2032. Met de update voor de periode 2024-2033 blijken deze bedragen nog steeds een juiste inschatting te zijn.
Ook de beschikbaarheid van voldoende bekwaam technisch personeel (zowel bij Fluvius als bij onderaannemers) is een belangrijke factor in de realisatie van dit plan.

Jaarlijkse bijsturing

Bij de goedkeuring van het Investeringsplan 2023-2032 plaatste de VREG een aantal voorwaarden voor de versie 2024-2033. In deze editie verwacht de regulator van Fluvius meer aandacht voor de digitalisering van het net en de afweging rond flexibiliteit. Fluvius moet gedetailleerder aangeven hoe de verwachte bijkomende belasting op het laagspanningsnet ‘gestrooid’ zal worden om de toekomstige netbelasting te bepalen. De VREG verwacht van ons ook een tijdskader waarbinnen alle gebruikers toegang zullen hebben tot een 400V-net. En als laatste dienen we nauwer af te stemmen met Elia. Deze opmerkingen werden meegenomen in de editie 2024-2033.
Na de publieke consultatieronde die liep tot 23 juli 2023, werd in oktober 2023 een nieuwe versie neergelegd bij de energieregulator VREG. Het is de Vlaamse energieregulator die beslist of het Investeringsplan 2024-2033 van Fluvius wordt goedgekeurd en de gevraagde middelen in de komende jaren worden vrijgemaakt. Die beslissing wordt in maart 2024 verwacht.

Financiële activiteiten

Fluvius Green Finance Framework

Eind 2020 gaf Fluvius een eerste groene obligatie uit. Eén van de documenten die het in voorbereiding op deze uitgifte diende op te stellen, was het zogenaamd ‘Green Finance Framework’ (Raamwerk Groene Financiering). Sinds 2020 zijn er tal van wijzigingen gekomen in de betrokken wet- en regelgeving en ook in de marktpraktijken voor groene schuldfinanciering. Daarom werd in 2023 een nieuwe versie van dit Raamwerk opgemaakt.

De belangrijkste wijzigingen zijn de verwijzing naar de relevante aangepaste en nieuwe wet- en regelgeving en marktpraktijken sinds 2020, de verwijzing naar Fluvius’ Visie 2050 en investeringsprogramma 2023-2032 voor energie- & klimaattransitie en de afstemming op de begrippen ‘klimaatmitigatie’ en ‘klimaatadaptatie’ uit de EU Taxonomie voor duurzame bedrijfsactiviteiten.

Resultaten verkoop van groenestroom- en warmtekrachtcertificaten 2023

De distributienetbeheerders beschikken over een groenestroom- en warmtekrachtcertificaten die voornamelijk werden verkregen als gevolg van de verplichting om certificaten die werden uitgereikt voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppelingen, op te kopen aan een per decreet vastgelegde minimumprijs.

Minstens één keer per jaar moeten de distributienetbeheerders deze certificaten op de markt brengen om de kosten van deze verplichting te recupereren. In 2023 werd op drie tijdstippen een verkoop georganiseerd:

  • Bij de eerste verkoop werden 1.146.000 groenestroomcertificaten (GSC) te koop aangeboden en verkocht voor 112.986.236,50 euro. Van de 8.300.000 te koop aangeboden warmtekrachtcertificaten (WKC) werden er 29.375 verkocht voor 719.577,25 euro.
  • Bij de tweede verkoop werden 261.000 GSC aangeboden en verkocht voor 26.052.275,76 euro.
  • Bij de derde verkoop werden 1.140.000 GSC te koop aangeboden en verkocht voor 112.167.190,00 euro. Van de 11.229.000 WKC die te koop werden aangeboden, werden er slechts 16.000 verkocht voor 385.850,00 euro.

De voorraad warmtekrachtcertificaten blijft maar stijgen en de bezorgdheid hieromtrent neemt toe. Samen met de Vlaamse overheid zal moeten worden bekeken wat er in de toekomst (door gebrek aan interesse tot aankoop op de markt) met de almaar groter wordende voorraad aan warmtekrachtcertificaten van de distributienetbeheerders dient te gebeuren.

Gunning lange termijn bancair krediet

De opdrachthoudende verenigingen Fluvius Antwerpen, Fluvius Limburg, Fluvius West, Gaselwest, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas hebben in 2023 voor een bedrag van 250 miljoen euro aan kredietovereenkomsten aangegaan om te voorzien in de herfinanciering van bestaande leningen en toekomstige investeringen te kunnen uitvoeren. Het aandeel van Gaselwest in de totaliteit betreft 32.796.000 euro.

Kapitaalverhoging Elia en mogelijke reorganisatie Publi-T en Publigas

In 2022 voerde de transmissienetbeheerder Elia een kapitaalverhoging uit voor een totaalbedrag van 590,11 miljoen euro. Publi-T, de publieke vertegenwoordiging in Elia, waarin negen distributienetbeheerders van de Fluvius Economische Groep participeren, heeft voor in totaal 44,82% aandelen in Elia en besliste om deel te nemen aan deze kapitaalverhoging voor een bedrag van 264,51 miljoen euro, in verhouding tot haar huidige deel van de participatie. De financiering van het deel van de kapitaalverhoging van Publi-T werd gerealiseerd door de uitgifte van nieuwe aandelen Publi-T voor een bedrag van 257,63 miljoen euro. Eind juni 2023 tekenden zeven van de negen distributienetbeheerders, Gaselwest, Imewo, Iveka, Fluvius Antwerpen, Fluvius Limburg, Fluvius West en PBE, voor 116,32 miljoen euro op deze nieuwe aandelen in. De distributienetbeheerders Iverlek en Intergem beslisten om dat niet te doen.

In het kader van de energietransitie en de toenemende elektrificatie heeft Elia Group NV een omvangrijk investeringsprogramma uitgewerkt. Publi-T schat de bijkomende kapitaalbehoefte van Elia tussen 2023 en 2032 op 4,5 miljard euro, wat 2 miljard euro investering zou betekenen voor Publi-T. Bovendien wordt verwacht dat Elia de komende jaren nog meerdere kapitaalverhogingen zal moeten doen. Als Publi-T en de distributienetbeheerders van de Fluvius Economische Groep dit zouden willen volgen, dan zou dit in de volgende 10 jaar een bijkomende investering van 975 miljoen euro betekenen. Echter heeft Fluvius ook een eigen investeringsplan en staan de lokale besturen zelf ook voor grote financiële uitdagingen.

Naast Publi-T zijn de lokale besturen indirect eigenaar van Publigas CV, dat 77,71% van de aandelen bezit van Fluxys NV. Vijf distributienetbeheerders van de Fluvius Economische Groep bezitten samen 30,36% van de aandelen van Publigas en de lokale besturen gekoppeld aan deze distributienetbeheerders hebben een belang in de regionale structuren Nuhma, Efin, Creadiv en Fineg. Deze regionale structuren zijn op hun beurt aandeelhouder van de Vlaamse Energie Holding (VEH).

Momenteel wordt nagedacht over een mogelijke reorganisatie van de Vlaamse aanwezigheid in Publi-T en Publigas. Daarbij wordt o.a. nagegaan hoe de verankering in Elia (en Fluxys) verder kan verzekerd worden, zonder de financiële tussenkomst van Fluvius of de lokale besturen. Hierbij zou een dubbele bundeling kunnen worden opgezet: deels binnen VEH (de Vlaamse Energie Holding) en deels binnen een nieuw op te richten holding. De haalbaarheid van een reorganisatie van de Vlaamse aanwezigheid in Publi-T en Publigas wordt momenteel verder onderzocht. Er werd hierin nog geen formele beslissing genomen.

Twee financieringsacties: institutionele obligatie en groene financiering

In de eerste helft van 2023 heeft Fluvius twee financieringstransacties uitgevoerd in het kader van zijn lopende EMTN (Euro Medium Term Note)-financieringsprogramma:

  • Op 9 mei 2023 werd met succes een institutionele obligatie van 700 miljoen euro uitgegeven met een looptijd van 10 jaar (2023-2033) en een vaste jaarlijkse coupon van 3,875%.
  • Vervolgens heeft Fluvius op 16 juni 2023 een groene retailobligatie uitgegeven voor een bedrag van 240 miljoen euro en een vaste jaarlijkse coupon van 4% over een looptijd van vier jaar (2023-2027). Dit is de op één na grootste retailobligatie ooit op de Belgische markt. De opbrengst van deze obligatie draagt bij tot de financiering van de energietransitie in Vlaanderen en de investering in de rioleringsactiviteit. 

Boete opgelegd door VREG

Bij brief van 4 april 2023 heeft de energieregulator VREG een administratieve boete opgelegd aan de distributienetbeheerders voor elektriciteits- en aardgasdistributie wegens hun niet-naleving van het Technisch reglement Distributie van Elektriciteit en Gas, meer bepaald voor het nog niet verstrekken van informatieve maandelijkse verbruiksgegevens van consumenten met een digitale meter. Fluvius koos ervoor om prioriteit te geven aan het oplossen van het dringende probleem van de geblokkeerde gegevens van ongeveer 20.000 eindgebruikers na de invoering van de centrale database van de energiesector; en Fluvius wilde het systeem voor het verstrekken van de informatieve maandelijkse gegevens verder testen om mogelijke opstartproblemen en een destabilisatie van de energiemarkt te vermijden. Niettemin handhaafde de VREG haar standpunt om de boete op te leggen. Het totale bedrag van deze boete bedroeg 1 miljoen euro en werd betaald op 2 juni 2023. De boete heeft geen invloed op de energierekening van de consument, omdat deze wordt gedragen door de aandeelhouders van de distributienetbeheerders.