Digitale meters
Arrest Grondwettelijk Hof
Op 14 januari 2021 velde het Belgisch Grondwettelijk Hof een arrest in een geding over het Vlaams Energiedecreet, meer bepaald over bepalingen in verband met de digitale meter. Het Hof sprak een gedeeltelijke vernietiging van het decreet uit, omdat de decretale bepalingen over de virtueel terugdraaiende meter voor prosumenten en het prosumententarief een inbreuk vormen op het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Het Hof oordeelde voorts dat elke eindklant de keuze moet hebben voor een bekabelde communicatie van en naar de digitale meter. Dit arrest kreeg uitwerking op 1 maart 2021.
In reactie op dit arrest heeft Fluvius, na overleg met de Vlaamse regering en de energieregulator VREG, beslist om de versnelde uitrol van digitale meters bij prosumenten tijdelijk stop te zetten, tot wanneer het wetgevend kader in Vlaanderen in regel zou zijn gebracht met het arrest van het Grondwettelijk Hof. Oorspronkelijk was voorzien dat alle prosumenten tegen eind 2022 een digitale meter zouden hebben, nu verschuift dit tot na 2024, waarbij het evenwel de bedoeling is dat dit in 2025 voltooid wordt. Maar de doelstellingen om 80% van alle digitale meters geplaatst te hebben tegen eind 2024 en een volledig afgewerkte uitrol tegen midden 2029 blijven wel overeind. Daardoor zag Fluvius zich verplicht het uitrolprogramma grondig aan te passen.
De VREG heeft inmiddels ook de tariefmethodologie 2021-2024 voor de distributienet-beheerders elektriciteit aangepast conform het arrest van het Grondwettelijk Hof.
De bevoegde Vlaamse Minister werkte een retroactieve investeringspremie uit om de geïmpacteerde prosumenten te laten genieten van een eenmalige financiële compensatie. De praktische behandeling van de aanvraag, berekening ed. verlopen via een platform van Fluvius. De uitbetaling gebeurt door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap VEKA (www.energiesparen.be). De invoering van de zogenaamde retroactieve investeringspremie leidde tot een kortstondige stormloop van dossieraanvragen bij Fluvius.
Prosumententarief
Door het arrest van het Grondwettelijk Hof werd ook het prosumententarief, dit is een bijdrage die prosumenten moesten betalen voor injectie van de door hen geproduceerde elektriciteit op het distributienet, geschrapt voor klanten die geen terugdraaiende teller hebben. Wel hebben deze netgebruikers voortaan de mogelijkheid de teveel geproduceerde elektriciteitsvolumes te verkopen aan hun elektriciteitsleverancier.
Prepaid (voorafbetaling van energie) via digitale meter
De aanpak van onze energieleveringen als sociale leverancier wordt op een nieuwe leest geschoeid. Nu de digitale meter overal geplaatst wordt, wordt de budgetmeter vervangen door een zogenaamde prepaid meter, die zich van niets onderscheid van de digitale meter. Dat maakt het hele proces en de bijhorende communicatie klantvriendelijker en minder stigmatiserend.
Stand van zaken
Per eind december 2021 had Fluvius 1.227.280 digitale meters geplaatst. 301.073 digitale meters werden er al geïnstalleerd bij prosumenten. Bij slechts een klein gedeelte (2,2%) van de in totaal geplaatste digitale meters werden de gebruikerspoorten geactiveerd.
Binnen Iverlek werden 112.799 digitale elektriciteitsmeters geplaatst en 86.397 digitale gasmeters.
Einde 2021 was er een achterstand bij de installatie van het gepland aantal digitale meters. Deze achterstand is in grote mate het gevolg van de eerder besproken onzekerheid na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof.
Campagne ‘Mee met de stroom’
Als gevolg van alle commotie rond de terugdraaiende meter bij prosumenten constateerden Fluvius samen met de meeste stakeholders in de energiesector een ernstige vertrouwensbreuk bij het brede publiek in de digitale meter. Nochtans is de digitale meter een essentieel hulpmiddel voor klanten om hun verbruik op te volgen en bij te sturen, verbruik en productie op elkaar af te stemmen, en om de energietransitie te doen slagen en de Europese klimaatdoelstellingen tijdig te behalen.
In het najaar van 2021 is een breed opgezette communicatiecampagne ‘meemetdestroom.be’ van start gegaan op initiatief van Fluvius, de VREG, de Vlaamse overheid en andere partners. Daarin wordt het belang van de energietransitie geponeerd en wordt de noodzaak van de digitale meter voor een haalbare en betaalbare energietransitie beklemtoond. Vooral de rol die iedere burger kan spelen om deze omwenteling mee te realiseren wordt in de verf gezet met de slogan ‘zuiniger, slimmer en groener – elke zet telt voor een groot effect’.
Schaalvergroting leidt tot synergie
Er werden gesprekken opgestart met Pidpa, De Watergroep en Farys om mee in te stappen in de uitrol van de digitale meter en samen de digitale elektriciteits-, gas- én watermeters te installeren.
Alles wordt intussen in gereedheid gebracht om dit project uit te voeren in 2022.
Ook de samenwerkingsmogelijkheden met de andere netbeheerders in België (Sibelga, Ores en Resa) worden verder actief bekeken.
Energiediensten op maat mogelijk
Elke Vlaming met digitale meters kan voortaan energieadvies op maat krijgen. Sinds maart 2021 is het mogelijk om via een aanvraag bij Fluvius voor bepaalde bedrijven de digitale verbruiksdata van klanten toegankelijk te maken, uiteraard alleen na expliciete goedkeuring van de klant. Hiermee opent Fluvius de poort naar een nieuwe generatie (online) energiediensten. Negen bedrijven sprongen al mee op de kar en werken een concreet online dienstenaanbod uit met energieadvies op maat. Ook installateurs, zoals elektriciens en verwarmingsinstallateurs, kunnen digitale verbruiksdata opvragen van hun klanten.
De komst van het nieuwe capaciteitstarief voor elektriciteit vanaf juli 2022 is daarbij belangrijk. Vanaf dan krijgen klanten een aanrekening op basis van het piekvermogen dat ze nodig hebben, en niet langer alleen op basis van kilowatturen. Energiediensten kunnen klanten helpen om daar meer inzicht in te krijgen en hun energiekosten beter te beheren.
Openbare verlichting
Aanbod verledding openbare verlichting een succes
Samen met de lokale besturen, onze aandeelhouders, zet Fluvius in naam van Iverlek volop in op de modernisering van de openbare verlichting met interactieve ledverlichtingstoestellen. Doel is om dit in 2030 verwezenlijkt te hebben conform het Vlaamse regeerakkoord. Hiertoe is er ook samen met andere stakeholders zoals VVSG en technologiefederatie Agoria een intentieverklaring ondertekend. Ondertussen is er al meer dan 27% verled.
Het nieuwe aanbod ‘OV 2.0’ werd in 2019 opgestart om in te spelen op de vraag naar interactieve verlichting, energiebesparing (burgemeestersconvenant) en flexibiliteit van aansturing. Een aantal klassieke lampen gaat bovendien uit productie. Daarenboven is er de vraag van lokale besturen naar financiële ondersteuning bij deze grote investeringen door spreiding van investeringspieken en meer ontzorging bij de technische uitwerking en ontwikkeling van een uniform veralgemeend aanbod voor heel Vlaanderen.
In 2021 heeft de gemeente Bornem ook beslist om de installaties OV in te brengen bij hun netbeheerder. Zo hebben op vandaag reeds 267 van de 300, of 89%, van alle Vlaamse steden en gemeenten, beslist toe te treden tot het aanbod om werk te maken van de (verdere) modernisering van hun openbare verlichting met zowel positieve gevolgen op het vlak van energiebesparing als op het vlak van comfort voor de burgers. Ook voor de gemeenten die nog niet intekenden op het aanbod OV 2.0. blijft in 2022 de mogelijkheid tot toetreding open.
Actieplan spanningsklachten omvormers
In juli 2021 werd aan Vlaams minister voor Energie Demir toelichting verschaft over het plan van aanpak met betrekking tot de problematiek ‘uitval omvormers’. Concreet gaat het om omvormers van zonnepanelen die uitvallen omdat een teveel aan overtollige opgewekte stroom ‘congestie’ doet ontstaan op het elektriciteitsnet en daardoor via het net niet kan afvloeien.
Het aantal klachten over de uitval van omvormers blijft relatief beperkt, maar er werd wel een sterke stijging vastgesteld na de spectaculaire toename van het aantal PV-installaties in 2020. Vooral in regio’s met lange netten en veel PV-installaties is het probleem het grootst.
Het plan van aanpak zal voorzien in een uniforme registratie en detailrapportering. Daarnaast werd sedert 1 juli 2021 voorzien in een uniforme en snelle klachtenbehandeling (analyse van het probleem, oplossing voor het eventuele netprobleem) om tegen eind september alle nog niet bezochte klanten te hebben bezocht en terugkoppeling te bezorgen.
Dit alles vergt extra inzet van middelen zowel qua personeel als operationeel en desgevallend qua investeringen. Voor de toekomst bespreken we samen met de Overheid en de VREG hoe we onze netwerkinfrastructuur toekomstbestendig maken. In dat kader kan ook bekeken worden of driefasige aansluitingen, wijkbatterijen e.d. op de korte termijn een oplossing kunnen bieden.
Warmtenetten groeien
Warmte is één van de focuspunten in de multi-utility visie van Fluvius. In het kader van de energietransitie bekijken we om overal waar het kan warmte als energiebron te gebruiken. Zo telden we eind 2021 voor heel Vlaanderen samen in 15 gemeenten zo’n 67 km warmtenet en 1.756 warmteklanten. Bovendien stellen we een toename vast van het aantal warmteprojecten.
Op korte termijn verwachten we dat inzake de toekomst van ‘warmte’ in Vlaanderen het regelgevend en werkingskader een concrete invulling zal krijgen. Fluvius en haar DNB’s zijn alvast klaar en bereid om binnen de warmte/koude-activiteiten het netwerkbeheer op publiek domein als rol op te nemen. Intussen geven we dienstbaar verder uitvoering aan de opgenomen engagementen. Een solidaire aanpak voor heel Vlaanderen op ‘open’ warmte/koude-netwerken is daarbij cruciaal en noodzakelijk.
Synductis
Minder hinder bij werken, dat is het doel van Synductis. Door de infrastructuurwerken van verschillende nutsbedrijven op elkaar af te stemmen, zorgt Synductis voor minder hinder en een snellere, beter op elkaar afgestemde dienstverlening. Bedoeling is dat vanaf 2022 per werf slechts één gezamenlijke aannemer aangesteld wordt die alle betrokken nutsleidingen in de sleuf kan aanleggen, wat maakt dat de hinder voor de omwonenden nog verder wordt beperkt. Ter ondersteuning werd daarvoor een gemeenschappelijke ICT-applicatie uitgewerkt.